Brunssumse zegt zich niet veel te herinneren van Mondriaanmoord

Tijdens de eerste zittingsdag in de zaak van de Mondriaanmoord werd duidelijk dat de Brunssumse Meriam K. zich niet veel kan herinneren. 

De Kerkraadse Melanie Vrancken werd 15 april vorig jaar in haar hals gestoken op het terrein van Mondriaan in Heerlen. Zij overleed later in het ziekenhuis. Melanie werkte bij Mondriaan waar ook de Skaeve Huse staan waarin de Brunssumse verbleef. 

Uit de bewakingsbeelden van Mondriaan, die besproken werden tijdens de zitting, blijkt bleek dat de verdachte het slachtoffer enige tijd had gevolgd voordat zij haar met een schilmesje neerstak. K. laat aan de rechter weten dat zij een woedeaanval had. Toen zij bloed aan het mes zag gooide ze het in de vijver, waar de politie het later vond.

Naar eigen zeggen vindt K. het heel erg dat Melanie dood is. "Ik heb haar vermoord vanwege mijn ziekte." Volgens het rapport van het Pieter Baan Centrum is de Brunssumse in ieder geval sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Zij heeft volgens de deskundige last van een psychose. Waar zij nu al enige tijd medicatie voor krijgt. Een psycholoog en psychiater komen nog aan het woord om haar toestand verder toe te lichten.

Eén van de familieleden die het woord deed was Tim, de broer van de omgebrachte Melanie. "Ik weet niet tot wie ik me zou moeten richten. De daders, Miriam of de werkgever? Mondriaan, die kennelijk de veiligheid van haar werknemers niet op de eerste plaats heeft staan. Ik hoop dat ze ook leren van deze gebeurtenis en kritisch zijn", zei de broer van Melanie.

De strafeis komt dinsdag.