Rapport: Waarom de Buitenring bijna drie keer zo duur werd

De aanleg van de Buitenring Parkstad is drie keer duurder uitgevallen dan geraamd. Dat blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau Berenschot. Voor de Buitenring was 135 miljoen euro begroot, op de eindafrekening staat een bedrag van 450 miljoen. De kostenoverschrijding is volgens Berenschot te wijten aan te hoge ambities en te veel optimisme.

De randweg rond Parkstad werd tussen 2014 en 2019 aangelegd om de regio beter bereikbaar te maken.

Volgens Berenschot waren vertraging in de planning, wijzigingen en tegenvallers de voornaamste redenen van de kostenstijgingen. Van de 450 miljoen euro nam de provincie uiteindelijk 297 miljoen voor haar rekening. De rest werd door het Rijk en de Parkstadgemeenten op tafel gelegd. 

De vertraging komt door de vernietiging van het Provinciaal Inpassingsplan in 2011 door de Raad van State en het wachten op uitspraken van het Europese Hof van Justitie. Hierdoor kon de aanleg pas in 2015 vol van start gaan.

Volgens Berenschot liep de provincie te hard van stapel. "Er bestond een grote drang bij de Provincie om de weg zoals de Provincie die voor ogen had toch te realiseren. Dit leidde tot een planningsoptimisme (snel gereed) en mede in het verlengde hiervan ambitieuze ramingen (in de zin van laag) om zo de kans op haalbaarheid te vergroten. Dit leidde onder meer tot het besluit de aannemer alvast te contracteren en de aanleg voor te bereiden voordat het Inpassingsplan onherroepelijk was...Er moest snel een point of no return worden bereikt. De kans was namelijk groot dat uitstel zou leiden tot afstel. Dit alles heeft voor de Provincie Limburg een kostenopdrijvend effect gehad. Zo werden uiteindelijk veel financiële risico’s afgewenteld en betaald door de Provincie."

Toch ziet Berenschot ook positieve punten. De onderzoekers concluderen dat de bovenregionale bereikbaarheid en de verkeersstructuur sterk verbeterd zijn, evenals de leefbaarheid in de woonkernen. Volgens Berenschot blijkt verder uit monitoring dat de gerealiseerde natuurmaatregelen functioneren, waarbij het beheer ervan wel als een aandachtspunt genoemd wordt.

De provincie geeft in de eindevaluatie aan de aanbevelingen van Berenschot te onderschrijven. Met een aantal maatregelen wordt herhaling voorkomen. Zo gaat men voortaan secuurder begroten en worden projecten extern gecontroleerd.