Aanleiding dodelijke schietpartij Bocholtz was ruzie om motorclubhesje

De aanleiding voor de dodelijke schietpartij in Bocholtz op 29 mei, is een ruzie over een terug te halen motorhesje geweest. Dat bevestigt Remko Oerlemans, advocaat van verdachte Heerlenaar John E. (42), tegenover ZO-NWS. 

"Dat gegeven wordt inderdaad benoemd in het onderzoeksdossier", zegt de raadsman. Verdachte John E. heeft tijdens verhoren door de recherche verklaard dat hij niet op de overleden Kerkradenaar (39), een vriend van hem, heeft geschoten. "In een proces-verbaal van de politie in deze zaak staat dat de kogel die hij heeft afgevuurd is afgeketst op de straat omdat hij aangevallen werd door iemand met een motorhesje aan. Op die persoon heeft cliënt daarom wél geschoten, maar niet om hem te doden", zegt Oerlemans. 

Uit politieonderzoek is verder gebleken dat medeverdachte Alessandro P. (21), iets wat hij zelf overigens ook bekend heeft, vanuit een woning aan de Wilhelminastraat heeft geschoten. Die kogel zou fataal zijn geweest voor de later overleden man uit Kerkrade. "Dat staat vast", aldus Oerlemans. "Ik heb hierover stukken in het onderzoekdossier gelezen."

De raadkamer van de rechtbank heeft volgens een justitiewoordvoerster donderdag besloten dat John E. en Alessandro P. allebei nog negentig dagen langer in voorarrest moeten blijven.

De moord in Bocholtz werd overigens vastgelegd door een bewakingscamera. Hierop is te zien dat John E. op donderdagavond 29 mei even na half elf aanbelt bij een woning aan de Wilhelminastraat in Bocholtz. Plots stormt een man met een buis of staaf, die gekleed is in colors van een motorclub, naar buiten. E. deinst terug, waarna er een worsteling ontstaat tussen de 'motorclubman' en iemand die samen met John E. naar Bocholtz is gekomen. Kort daarop vallen er zoals gezegd tegelijkertijd twee schoten: één uit een vuurwapen van E. én eentje afgeschoten door Alessandro P.

Het Kerkraadse slachtoffer valt daarop neer en overlijdt korte tijd later in het ziekenhuis.  Alessandro P. 's advocate Letty Schyns was niet bereikbaar voor commentaar.