Raad van State: mijnschade niet verjaard

De mijnschade die is aangericht in Limburg is niet in alle gevallen verjaard. Dat oordeel heeft de Raad van State woensdag bekendgemaakt.

Bij de twee woningen in Kerkrade is het niet duidelijk wanneer precies de problemen zijn ontstaan. De Provincie Limburg en een aantal gedupeerden worden met het oordeel in het gelijkgesteld. 

Materiaaltransporten en bodembewegingen als gevolg van het niet goed functioneren van de afsluiting van het boorgat resulteerde in extra materialentransport en bodembewegingen. Hierdoor zijn grote verzakkingen van huizen ontstaan. Dit kan ook na de sluiting van de mijn zijn gebeurd. Volgens de minister van Economische zaken en Klimaat kwamen de gedupeerden niet in aanmerking voor een vergoeding uit het Waarborgfonds mijnschade, omdat er al een vergoeding voor herstelkosten werd ontvangen uit het Calamiteitenfonds en de schade verjaard zou zijn. De verzoeken werden meer dan dertig jaar na het einde van de mijnbouw ingediend. 

De vermindering van de waarde van onroerend goed, zoals een woning als gevolg van de mijnschade, is schade waar een vergoeding voor mogelijk is.

De minister moet verder binnen twaalf weken nieuwe besluiten nemen over de vergoeding van waardevermindering van de woningen.