Ouders bebloede Thijs dachten dat hij gevallen was

Thijs Hermans heeft na het plegen van de twee moorden op de Brunssummerheide bij thuiskomst de suggestie tegenover zijn ouders gewekt dat hij was gevallen waardoor hij bloed op zijn kleding had. Dat hebben zijn vader en moeder verklaard tegenover de recherche, blijkt uit onderzoek van ZO-NWS.

Hermans stak op 7 mei Diny en Frans, die beiden hun hond op uitlieten op de Brunssummerheide, dood. Daarna ging hij naar de woning van zijn ouders aan de Wenckebachstraat in Treebeek. Bij thuiskomst bleek hier in eerste instantie alleen zijn vader aanwezig te zijn.

Thijs  wekte tegenover zijn vader de suggestie dat hij gevallen was. Hij heeft zelf hierover tegen de recherche verklaard dat hij op dat moment van de 'stemmen in zijn hoofd' niet mocht praten over de moorden die hij op de Brunssummerheide vlak daarvoor gepleegd had.

Uit onderzoek van ZO-NWS blijkt dat niet lang na zijn thuiskomst zijn moeder arriveerde. Thijs zou overigens diezelfde middag, zoals eerder al was afgesproken, naar zorginstelling Mondriaan in Maastricht worden gebracht in verband met zijn psychische problemen. Deze afspraak stond dus los van de moordzaak.

De bebloede kleding, rugtas en een mes werden uiteindelijk (af)gewassen in de woning van zijn ouders en later tijdens een doorzoeking in beslag genomen door de politie. Het is overigens qua sporenbeeld niet duidelijk voor de speurders of het bewuste mes door hem daadwerkelijk gebruikt is bij de dodelijke steekpartijen op de Brunssummerheide.