OM: Verdachte gebruikte tijdens moorden iets amfetamine-achtigs

De van drievoudige moord verdachte Thijs Hermans zou tijdens het doodsteken van drie mensen in mei dit jaar iets 'amfetamine achtigs' hebben gebruikt. Dat heeft het Openbaar Ministerie dinsdag bekendgemaakt tijdens een tussentijdse zitting bij de rechtbank in Maastricht.

De vondst van medicijnresten is tijdens onderzoek van haren van Hermans naar voren gekomen en zal volgens het OM nog verder onderzocht gaan worden. Thijs Hermans heeft tijdens zijn verblijf in het Pieter Baan Centrum (PBC) in Almere, dat inmiddels is afgerond, uitgebreider verklaard over de lengtes van zijn psychoses dan hij eerder deed tijdens verhoren door de recherche.

Deskundigen van het PBC vinden dat Hermans volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard moet worden. Dat zou betekenen dat hij tbs met dwangverpleging opgelegd kan krijgen. Justitie trekt die conclusie vooralsnog nog niet en noemt het 'moeilijk' om te bepalen in hoeverre de verdachte toerekeningsvatbaar was tijdens het plegen van de moorden.

H. wordt ervan verdacht dat hij op 4 mei in Den Haag een willekeurige vrouw doodstak die haar hondjes uitliet in de Scheveningse Bosjes. Drie dagen later zou hij een man en een vrouw hebben doodgestoken die aan het wandelen waren op de Brunssummerheide bij Heerlen. De verdachte woonde ten tijde van de moorden pas korte tijd in Den Haag.