Tuchtrechter schorst Heerlense advocaat: ‘Dreiging nieuwe misdragingen’

Strafrechtadvocaat B. M. (74) uit Heerlen is voorlopig door de Raad van Discipline geschorst en mag geen werkzaamheden uitvoeren. Hij heeft de aan een cliënt door justitie opgelegde beperkingen in een zaak geschonden. 

Volgens ingewijden heeft M., die op een soort van freelancebasis werkte onder de naam van een advocatenkantoor in Maastricht, een cliënt die door justitie beperkingen in een strafzaak beperkingen was opgelegd, zijn eigen mobiele telefoon gegeven. Ingewijden binnen de desbetreffende advocatenpraktijk bevestigen de schorsing van bovengenoemde raadsman.

In een uitspraak van de raad van discipline van 12 februari staat dat M. zich schuldig heeft gemaakt aan ‘schending van aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen’. Over zijn handelen werd in deze kwestie een melding gedaan door de plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) in Limburg en door de politie een proces-verbaal opgemaakt.

‘Ondanks een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling en langdurige schorsing wegens het handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen, heeft verweerder zich opnieuw schuldig gemaakt aan handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen’, schrijft de Raad van Discipline.

‘Gezien het recidiverende karakter van verweerders misdragingen, in samenhang bezien met verweerders houding ter zitting, die geen blijk gaf van inzicht in de klachtwaardigheid van zijn handelen, bestaat een reële dreiging van nieuwe misdragingen’. Er is naar het oordeel van de raad op grond van het voorgaande sprake van een dusdanig spoedeisend belang waardoor een schorsing met onmiddellijke ingang nodig is.

De Raad van Discipline doet in maart uitspraak in deze zaak. Het OM in Limburg bevestigt desgevraagd via woordvoerster Renate Peters eveneens dat er door de deken van advocaten in Limburg een maatregel is genomen tegen advocaat M., maar wil niet ingaan op verdere vragen hierover.

De Orde van Advocaten in Limburg is eveneens een aantal vragen voorgelegd over deze kwestie, maar hierop is geen reactie gekomen. De geschorste advocaat zelf was ondanks herhaaldelijke pogingen niet bereikbaar voor commentaar op zijn schorsing. De strafpleiter kreeg in november 2019 ook al eens een schorsing van zes maanden, waarvan de helft voorwaardelijk (proeftijd twee jaar), opgelegd door het Hof van Discipline.

M. kreeg die straf toen omdat hij informatie van zijn in beperkingen zittende cliënten door had gegeven aan anderen. Hiermee had hij volgens het Hof ‘het vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad’.