Anderhalf jaar na ontknoping drama Floor en Mees: nog steeds geen knuffel

foto: iStock
Gepubliceerd op 13/08/2022 om 07:36
Laatst bewerkt op 13/08/2022 om 07:54

Het is anderhalf jaar geleden dat in Oostenrijk de jarenlang spoorloos verdwenen Floor en Mees Werres uit Wijnandsrade werden teruggevonden. ZO-NWS blikt terug op deze zaak met nieuwe feiten en heeft een vierluik gemaakt. Deel 1: nog steeds geen knuffel. 

De hoop is er nog altijd. De hoop dat hij zijn kinderen ooit weer in zijn armen mag sluiten. Ondanks dat zij al geruime tijd zijn teruggevonden in een bergdorpje, zit hun vader Xander Werres nog altijd met gemengde gevoelens daarover. Omdat het niet gaat zoals hij zelf graag zou willen. Floor en Mees in levenden lijve zien blijkt medio 2022 nog altijd een soort van utopie. 

De veertiger legt aan deze omroep voor het eerst uit waar hij mee zit, wat er vaak door zijn hoofd spookt. “De kinderen dik een jaar na hun ontdekking nog steeds geen knuffel of een handdruk kunnen geven, dat is heel heftig voor mij”, klonk het plots heel eerlijk. “Het zien van Floor en Mees in levenden lijve zit er niet in, dat is heel pijnlijk. Dat lijkt een utopie. Floor wil het sowieso niet, nóg niet in ieder geval.” 

Xander Werres zucht even. “Een heel verdrietige keuze van haar. Ik hoop dat dit in de toekomst gaat veranderen. Ik geef om haar, schrijf haar wel briefjes of een kaartje, waaronder met haar verjaardag. Daar krijg ik geen reactie op, maar ik wil haar wél laten merken dat ik aan haar denk en er voor haar ben. Maar ik wil mijn kind niet dwingen, dat is echt het laatste wat ik wil. Ze is immers inmiddels meerderjarig en dus volwassen. ” 

“Mees spreek ik wel één keer in de twee weken via de telefoon, daar ben ik blij om. Dat is voor mij iets groots, al is het maar kort. Ik bel altijd en Mees komt dan in Oostenrijk meestal meteen aan de lijn. Hij herkent mijn stem uit duizenden, dus ik hoef niet meer ‘hoi met papa’ te zeggen. Onze gesprekken zijn soms wat losser en soms stroefjes, maar dan ben ik al blij dat ik hem gehoord heb. Zijn stem, zijn geluid.” 

Dat geeft Werres een gelukkig gevoel. “Dat is voor mij al heel veel dan, ik vind dat leuk. Ik vraag hoe het met hem persoonlijk is en hoe het op school gaat. Het is fijn om te weten dat het op zich wel goed gaat met hem, al staat hij nog onder behandeling als gevolg van wat hij allemaal meegemaakt heeft. Specifiek heb ik hem daar nog niet naar gevraagd, dat vind ik moeilijk en daar wil ik Mees zeker nog niet mee belasten. Hij noemt mij overigens geen ‘papa’, maar gewoon bij mijn voornaam.” 

“Of mijn dochter en zoon getraumatiseerd zijn door die hele verdwijning en alles wat daarbij hoort? Daar kan ik moeilijk een antwoord op geven, want ik heb ze niet persoonlijk in de ogen kunnen kijken. Daar kun je veel aan aflezen.” Werres erkende daarbij zelf geen deskundige te zijn en dit soort casuïstiek liever aan de hulpverleners te willen overlaten, zonder daar tussendoor te willen gaan fietsen. 

“Mees heeft míj ook al eens gebeld omdat mij ons afgesproken telefoonmoment onduidelijk was. Over Max Verstappen hebben we het dan vaker en over zijn tekentalenten. Een tijdje geleden had hij zijn pink gebroken tijdens het volleyballen, dat komt dan ook ter sprake. Qua karakter vind ik hem op mij lijken, qua keuzes maken enzo.” 

“Ik heb steeds meer de drang om aan Mees te vragen of ik eens in Oostenrijk bij hem langs zal en mag komen, maar dat heb ik nog niet gedaan. Of dat uit een stukje zelfbescherming is? Poeh, misschien wel. Ik weet immers niet wat me te wachten staat. Ik hoop in ieder geval dat hij ooit de behoefte krijgt om mij levend en wel te zien. Me vast te houden. En áls dat zo is, dan spring ik bij wijze van spreken meteen in de auto. In Oostenrijk ben je qua reisafstand zo gelukkig. Die afstand boeit me sowieso niet.” 

Werres weet inmiddels wél al hoe de tiener Mees er qua gezicht uitziet. Omdat de techniek staat voor alles. Dit is nog maar het begin, hoopt Werres hardnekkig. “Ik heb Mees één keer via een videoverbinding mogen zien. Dat was bizar. Ik zag mijn zoon na ál die jaren, de laatste keer was toen hij net iets meer dan één jaar was, weer heel eventjes. In een of ander kamertje van Bureau Jeugdzorg in Heerlen zat ik. Te staren naar een schermpje. Zoiets blijft je altijd bij.” 

Een ontmoeting in levenden lijve laat nog altijd op zich wachten. Maar: “Ik zag mijn zoon weer na zoveel jaren! Jezus, ik krijg er nu nog kippenvel van."

 

Meld u aan en doe mee in het ZO-NWS Parkstad Opiniepanel!
Via het opiniepanel kunt u uw mening geven over allerlei actuele en relevante onderwerpen. ZO-NWS gebruikt uw meningen en adviezen voor journalistieke uitingen. Ook kunnen de uitkomsten van het panel gebruikt worden in onze radio- en televisie-uitzendingen. Iedereen die in de regio Parkstad Limburg woont en 18 jaar of ouder is, kan zich hier aanmelden.

-----

Heb jij een nieuwstip voor onze redactie of een opmerking?
Stuur ons een e-mail, vul het contactformulier in, of stuur een bericht naar onze Whatsapp: ‭06-11 31 96 64‬.

Reclame

Advertenties