Heerlense verdachte brandmoord Breda wil sepot zaak: "Geen bewijs"

Een man uit Heerlen die verdacht wordt van medeplichtigheid aan de zogeheten Bredase brandmoord waarbij Ger van Zundert (49) in 2019 om het leven kwam, heeft justitie verzocht zijn zaak te seponeren. Zijn advocaat Peter van Geelkerken heeft daarvoor nu een verzoek ingediend bij het Openbaar Ministerie (OM) in Breda, bevestigt hij tegenover ZO-NWS. 

“Mijn cliënt heeft in april 2020 drie dagen vastgezeten, waarna hij werd vrijgelaten. Sindsdien is er weinig tot niks meer gebeurd naar mijn cliënt toe in deze zaak, maar hij is na twee jaar nog altijd verdachte”, legt Van Geelkerken verder uit. “Naar onze mening is er geen enkel bewijs dat mijn cliënt medeplichtig is geweest aan deze moord, dus daarom heb ik het OM nu gevraagd de zaak tegen hem te seponeren.” 

Garagehouder Ger van Zundert (foto) uit Breda werd op 8 april 2019 in een garagebox aan de Sparrenweg mishandeld, vastgebonden op een stoel en vervolgens in brand gestoken. Hij overleed later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen, nadat hij toch nog een uitgebreide verklaring had afgelegd tegenover de politie.

Hierdoor kon Janie H., een voormalig zakenpartner waarmee Van Zundert een langdurend conflict had, worden opgepakt. Hij werd in eerste instantie door de rechtbank veroordeeld tot twintig jaar en tbs met dwangverpleging, waarna het gerechtshof in hoger beroep deze straf veranderde in dertig jaar cel.

Van Zundert had echter in zijn verklaring vlak voor zijn dood aangegeven dat er nóg twee mannen met een Limburgs accent bij deze zaak betrokken waren geweest. Op beelden van een bewakingscamera waren deze twee mannen ook te zien. Een dik jaar na de moord in Breda  werd de bovengenoemde Heerlenaar gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid aan moord.