ANALYSE OM zit nog met vragen in onderzoek naar topcrimineel Peter van D.

Gewezen topcrimineel Peter van D. uit Schinveld is, na geruime tijd onder de radar te zijn gebleven, sinds dik een jaar weer in het vizier van justitie in Limburg. Nog altijd zijn er vragen in dit onderzoek, bij het Openbaar Ministerie (OM) én bij zijn advocaat Arthur Vonken die duidelijkheid wil.

Voor wat betreft Peter van D. 'klapt' deze zaak met een grootscheepse inval van politie en justitie in de streng beveiligde villa van Van D. aan de Grachtweg in Schinveld, op 12 maart vorig jaar. De bewuste inval en doorzoeking van het pand vonden plaats in opdracht van justitie in het Duitse Würzburg, dat bezig is met een grootschalig onderzoek naar een drugsbende.

Leden hiervan zouden contact met Van D. hebben gehad. Tijdens de inval in Van D.’s villa werden dik 90.000 euro aan cash geld en een doorgeladen vuurwapen gevonden. Daarom wordt de Schinveldse drugsbaron door het OM in Limburg al geruime tijd verdacht van witwassen en verboden wapenbezit.

Maar voor wat betreft dat witwassen is er na dik een jaar onderzoek doen nog altijd onduidelijkheid. Arthur Vonken, raadsman van Peter van D., kreeg onlangs stukken van het Openbaar Ministerie (OM) verstrekt waarin staat dat de verdenking van witwassen ‘vervallen’ zou zijn.

De raadsman stuurde daarom een brief naar de betrokken zaaksofficier van justitie in Maastricht om meer duidelijkheid hierover te krijgen. Ook vroeg de strafpleiter om uitleg voor wat betreft het onderzoek naar mogelijke DNA-sporen van Peter van D. op de bovengenoemde partij cash geld die in Schinveld werd aangetroffen en in beslag genomen.

Uit een actuele brief van justitie in Limburg, ingezien door ZO-NWS, blijkt echter dat het OM zelf ook nog altijd met vragen hieromtrent zit. ‘Wij zijn in afwachting van de forensische onderzoeksresultaten uit Duitsland ten aanzien van het geld alsmede informatie uit een Duits drugsonderzoek waarin meneer Van D. weliswaar geen verdachte is’, schrijft de zaaksofficier van justitie.

Hierin komt volgens hem echter wel informatie over Peter van D. naar voren 'die van belang zou kunnen zijn voor het Nederlandse strafrechtelijke onderzoek'. ‘Hoewel deze informatie al enige tijd geleden is opgevraagd, hebben wij deze helaas nog niet mogen ontvangen. Hierover is wel frequent contact met de Duitse collega’s.’

Zo rijzen er dik een jaar na de grootscheepse inval bij alle betrokken partijen in Limburg nog altijd vragen. Peter van D. zelf weet niet welke verdenkingen hem precies in dit justitieonderzoek boven het hoofd hangen, waardoor nog altijd onduidelijk is wat de precieze tenlastelegging tegen hem gaat worden. Van D. wordt door zijn verleden gezien als één van de kopstukken in het Nederlandse drugsmilieu.

De Schinveldenaar stortte zich in de jaren ’80, samen met Robbie van L., op de productie van en handel in XTC. Ook zou hij hebben gehandeld in cocaïne en hasj. In 2008 werd hij door de rechtbank in Maastricht veroordeeld tot 10 jaar cel voor drugshandel. Vanuit de gevangenis in Hasselt, waar hij vast zat voor voor cannabissmokkel en een ontvoering, stuurde hij een drugsbende aan.

Na zijn vrijlating verdween Peter van D. van de spreekwoordelijke radar.
Zijn gewezen kompaan Robbie van L. werd enige tijd geleden veroordeeld tot een jarenlange celstraf vanwege betrokkenheid bij internationale drugssmokkel. Hij zit vast.